Het probleem

Elke maand komt hier een bridgeprobleem. Dit wordt verzorgd door Rob Stravers (bridgeservice.nl/).

Probeer eerst het probleem op te lossen, klik dan op de knop voor het antwoord.

Overtroeven (mei)

♠ A 7 6 5        
V 3 2        
A 5 4 3        
♣ V 5        
Noord gever / NZ kwetsbaar
♠ H 10 4 3 2        
B 4        
B 2        
♣A H 3 2        
  West Noord Oost Zuid
    1 pas 1♠
  2 2 ♠ pas 4 ♠
  pas pas pas  


Tegen jouw 4 ♠-contract opent west de aanval met A, H en harten na.
Oost troeft dummy’s V met ♠ B.
Hoe probeer jij dit contract te maken?

Hint
Natuurlijk telde je allereerst de dreigende verliezers.
Vanuit de zuidhand gezien zijn er drie verliezers: twee in harten en één in ruiten. Daarnaast heb je een grote kans op een verliezer in de troefkleur, omdat de kans op een 3-1-verdeling groter is dan op precies 2-2 (49,74% tegenover 40,7% voor 2-2).

Nu mág je een slag verliezen in de troefkleur, als je verder geen slag verliest…

Voordat je je oerimpuls volgt: ♠ B overtroeven, is het goed om even na te gaan wat het overtroeven voor invloed heeft op de dreigende verliezers.

Denk daar even rustig over na. Op de volgende pagina wisselen we onze gedachten met elkaar uit.

Het antwoord

Stel vast dat áls je overtroeft, je daarna tóch een schoppenslag zult verliezen, én een ruitenslag.
Het is daarom ‘nóg’ beter om, in plaats van over te troeven, 2 op te ruimen. Daarmee voorkom je een zékere verliesslag in ruiten! En één schoppenslag afgeven mág dan!

De overige schoppenkaarten haal je daarna op met ♠ A en ♠ H. Dummy houdt uiteindelijk een troefkaart over om zuids vierde klaverenkaart te troeven.